Het zal je maar gebeuren; je wordt ziek en hebt rust nodig maar de arbo arts vindt dat je ‘gewoon’ weer aan het werk kan. Wat nu?

Geloof me; je bent zeker niet de enige in deze situatie. Het komt regelmatig voor dat er verschil van mening ontstaat tussen de werknemer enerzijds en de werkgever en zijn bedrijfsarts anderzijds. Dit speelt vooral bij psychisch klachten zoals overspannenheid of burn outs.

Ondanks het feit dat een bedrijfsarts onafhankelijk moet zijn en hij verplicht is bepaalde protocollen te volgen bij dergelijke klachten, blijkt maar al te vaak dat burn out klachten en andere psychische klachten onvoldoende serieus worden genomen. De bedrijfsarts lijkt te vinden dat de werknemer zich maar aanstelt of overdrijft. Dit oordeel leidt er vervolgens toe dat de werkgever de druk opvoert op de werknemer om weer aan het werk te gaan. En dat terwijl de overbelaste, overspannen werknemer nu juist behoefte heeft aan rust en wat afstand tot het werk.

Het zal geen verbazing wekken dat dit geen positief effect heeft op de klachten en ze zelfs kan verergeren. Het komt zelfs voor dat de arbeidsrelatie tussen de werkgever en de werknemer totaal verstoord raakt. Hoe dan verder? We leggen je uit wat je mogelijkheden zijn wanneer je het oneens bent met het oordeel van de bedrijfs- of arboarts. Dit geldt uiteraard niet alleen bij psychische klachten. Bij een duidelijke fysieke oorzaak zoals een gebroken been is er echter minder snel discussie dan bij psychische klachten die vaak als onduidelijk en vaag worden gezien.

Arbo arts of bedrijfsarts?

In de eerste plaats is het van belang om te weten of je daadwerkelijk met een bedrijfsarts te maken hebt. Niet iedere arbo arts (een arts die werkt voor een arbodienst) mag zich namelijk een bedrijfsarts noemen. Dit is immers een medisch specialisme. Uitsluitend een bedrijfsarts mag beoordelen of een werknemer met zijn klachten in staat is om te werken. art 14 lid 1 sub b Arbowet: 

In aanvulling op  artikel 13 laat de werkgever zich bij de volgende taken bijstaan door een of meer deskundige personen ten behoeve van wie overeenkomstig  artikel 20 een certificaat is afgegeven of die als bedrijfsarts is ingeschreven in een erkend specialistenregister als bedoeld in  artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Dit betekent dat de arbo arts die géén bedrijfsarts is, zich niet mag uitlaten over de vraag of een werknemer in staat is te werken.

Er is helaas een fors tekort aan echte bedrijfsartsen. https://www.trouw.nl/nieuws/de-bedrijfsarts-is-steeds-vaker-een-niet-gespecialiseerde-basisarts-en-dat-gaat-niet-altijd-goed~b241e258/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F Daarom maken werkgevers regelmatig gebruik van arbo artsen in plaats van echte bedrijfsartsen. Deze arbo artsen doen alsof ze bevoegd zijn om te oordelen over de arbeidsmogelijkheden van een zieke werknemer en ondertekenen hun brieven soms zelfs als bedrijfsarts! In de Wet BIG is bepaald dat het recht om een specialistentitel te voeren voorbehouden is aan degenen die zijn ingeschreven in het betreffende erkende specialistenregister. (artikel 17 lid 2 Wet BIG)  Klik hier voor een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege waarbij de arts meerdere malen de titel bedrijfsarts heeft gebruikt, terwijl hij daartoe niet bevoegd was. Dit is onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Hier hoef je als werknemer echter geen genoegen mee te nemen. In onze blog ‘Arbo arts of bedrijfsarts?’ lees je hoe je erachter komt of je te maken hebt met een bevoegde bedrijfsarts en wat je kunt doen als dit niet het geval is.

Rol andere behandelaars

Uitsluitend een bedrijfsarts mag beoordelen of een werknemer met zijn klachten in staat is om te werken. De huisarts, de psycholoog en zelfs een specialist als de cardioloog of longarts, mogen hier niet over oordelen. Wel is medische informatie van de behandelaars uiteraard van belang. Doorgaans zal de bedrijfsarts dan ook informatie willen opvragen. Hiervoor heeft hij een machtiging van de werknemer nodig. De bedrijfsarts mag dan overigens alleen informatie opvragen over de bestaande klachten die verhinderen dat de werknemer kan werken. De bedrijfsarts mag dus niet het volledige medische dossier opvragen.

Van belang is ook dat er geen wettelijke verplichting voor de bedrijfsarts om informatie in te winnen bij de behandelaars. Dat betekent echter niet dat de bedrijfsarts het advies of info van de andere behandelaars zo maar mag negeren. We raden je dan ook aan om ofwel zelf de informatie bij je behandelaar op te vragen of de bedrijfsarts expliciet en schriftelijk te vragen om dit te doen. Als de bedrijfsarts dan blijft weigeren, moet hij tenminste verduidelijken waarom hij deze info niet van belang acht. Eventueel kun je dan nog een second opinion aanvragen als de bedrijfsarts blijft weigeren. Hierna gaan we dieper in op de second opinion.

Oneens met beoordeling van bedrijfsarts

Wat nu als je het inhoudelijk oneens bent met de bedrijfsarts. Je vindt dat hij het verkeerd ziet; je kunt niet werken of niet voor het aantal uren dat hij mogelijk acht. Of niet in de werkzaamheden die hij voorstelt. Dan zijn er grofweg twee dingen die je kunt doen. In de eerste plaats is kun je om een second opinion vragen. De tweede mogelijkheid is om het UWV om een ‘deskundigen oordeel’ te vragen.

Second opinion

De second opinion is wettelijk geregeld in de Arbeidsomstandighedenwet (oftewel de Arbowet). Artikel 14 lid 2 sub g Arbowet:
tenzij zwaarwegende argumenten zich daartegen verzetten, honoreert de bedrijfsarts een verzoek van de werknemer om in verband met een door hem gegeven advies dat betrekking heeft op de taken, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, zo spoedig mogelijk een andere bedrijfsarts te raadplegen;
https://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/2020-01-01

Een second opinion moet je zelf aanvragen bij de bedrijfsarts. Hij mag dit verzoek niet weigeren, tenzij hiervoor zwaarwegende argumenten zijn. Een weigering moet hij uiteraard motiveren. Voorbeelden van zwaarwegende argumenten zijn:

  • De bedrijfsarts vindt dat je een second opinion ‘misbruikt’. Bijvoorbeeld als vertragingstactiek of om de werkgever dwars te zitten.
  • Een deskundigenoordeel is meer op zijn plaats dan een second opinion. Bijvoorbeeld als jij en je werkgever het niet eens worden over de vraag of jouw re-integratie op de juiste wijze wordt vormgegeven bijvoorbeeld als er onenigheid bestaat over de vraag of bepaalde werkzaamheden passend zijn.
  • Er is eigenlijk geen sprake van een gezondheidsprobleem, maar van bijvoorbeeld een verschil van mening over loon, vakantiedagen of iets dergelijks.
  • Je twijfelt niet aan de juistheid van het advies van de bedrijfsarts, maar je hebt een klacht over de manier waarop de bedrijfsarts met je is omgegaan. Je wilt dus eigenlijk een klacht indienen.

Als er geen zwaarwegende argumenten tegen zijn, moet de bedrijfsarts je doorverwijzen naar een andere bedrijfsarts voor de second opinion. Deze andere bedrijfsarts mag niet voor dezelfde arbodienst werken als de 1e bedrijfsarts. https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/second-opinion/aanvragen

De second opinion arts moet de situatie zelfstandig beoordelen. Hij mag niet simpelweg een reactie op het advies van de eerste bedrijfsarts geven. Dit advies wordt met je besproken en doorgestuurd naar de eerste bedrijfsarts.

De eerste bedrijfsarts zal vervolgens moeten toelichten in hoeverre hij het advies van de second opinion arts overneemt. De second opinion arts verdwijnt dan weer uit beeld. De eerste bedrijfsarts blijft je bedrijfsarts.

Ook niet onbelangrijk; de kosten van een second opinion komen voor rekening van de werkgever. Dit is alleen anders als de werknemer de arts die de second opinion moet afgeven, zelf uitkiest. Dit volgt uit het feit dat de second opinion geformuleerd wordt als één van de taken genoemd in artikel 14 Arbowet waarvoor de werkgever verantwoordelijk is. Ook de hiermee gemoeide kosten zijn dus voor de werkgever tenzij de werknemer naar een second opinion arts van eigen keuze wil. https://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/2020-01-01

In veel gevallen kom je een heel end met een second opinion maar helaas biedt dit niet altijd een oplossing. In dat geval is het raadzaam om advies in te winnen bij een juridisch adviseur.

Deskundigenoordeel UWV

Het deskundigenoordeel is bedoeld voor de situatie dat de re-integratie niet goed loopt. Bijvoorbeeld omdat werkgever en werknemer van mening verschillen over de vraag of bepaalde werkzaamheden passend zijn of omdat een van beiden vind dat de andere partij niet genoeg doet voor een succesvolle re-integratie. Je vraagt dan aan het UWV om de situatie te bekijken. Het UWV kan dan een eigen arts (Verzekeringsarts) en een eigen arbeidsdeskundige inschakelen die een rapport opstellen (het Deskundigenoordeel).
Vaak wordt gedacht dat het UWV de supervisie houdt op de re-integratie. Dat is echter niet het geval. Het UWV laat de re-integratie geheel over aan werkgever en werknemer en speelt hierin geen rol. Pas achteraf, als de werknemer bijna twee jaar ziek is, gaat het UWV beoordelen of werkgever voldoende heeft gedaan aan re-integratie.
Met het deskundigenoordeel geeft het UWV enkel een oordeel over de gestelde vraag maar meer doet het niet. UWV gaat niet bemiddelen of aangeven wat werkgever of werknemer dan wel moeten doen. Ook gaat ze niet controleren of e.e.a. in het vervolg beter gaat. Dit gebeurt allemaal achteraf, als de werknemer twee jaar ziek blijft.
Zowel werkgever als werknemer kunnen onafhankelijk van elkaar een deskundigenoordeel aanvragen. Hiertoe moet je een digitaal aanvraagformulier invullen. Op dit formulier moet je aangeven over welke situatie je een oordeel wilt. Er zijn 5 mogelijkheden:

  • Kan de werknemer op een bepaalde datum zijn eigen werk weer volledig doen?
  • Heeft de werknemer genoeg gedaan voor zijn re-integratie?
  • Is het werk, binnen of buiten het bedrijf, dat de werknemer moet doen passend?
  • Heeft de werkgever genoeg gedaan aan de re-integratie van de werknemer?
  • Kan het veelvuldig ziekteverzuim van de werknemer binnen 26 weken worden verminderd als het werk van de werknemer wordt aangepast? Of door de werknemer te herplaatsen in een andere passende functie, eventueel door scholing?

Afhankelijk van welke vraag is gekozen, wordt de werknemer door de Verzekeringsarts en/of de arbeidsdeskundige gezien. Deze nemen contact op met werkgever en werknemer en eventueel met de behandelaars van de werknemer. Hun bevindingen worden neergelegd in een rapportage, het deskundigenoordeel. Hoewel zo’n rapportage formeel slechts een advies is en geen bindende werking heeft, geldt in verreweg de meeste gevallen dat partijen het advies ter harte nemen. Het aanvragen van een deskundigenoordeel kan onder omstandigheden dus verstandig zijn.
Een deskundigenoordeel wordt betaald door de aanvrager. Wel zit er verschil in de prijs: werkgevers betalen € 400,- en werknemers betalen € 100,-. Als je als werknemer gelijk krijgt van het UWV, kun je je werkgever verzoeken om de gemaakte kosten te vergoeden. Dit is ook redelijk. De werkgever is echter niet verplicht om dit te betalen.

Oneens met houding of gedrag bedrijfsarts

Klacht en tuchtrecht

Zoals eerder aangegeven kun je je met een second opinion of een deskundigenoordeel tegen het inhoudelijke advies van de bedrijfsarts verzetten. Maar wat als niet het inhoudelijk advies het probleem is, maar de houding of het gedrag van de bedrijfsarts? Ik noem een paar voorbeelden die we in onze praktijk zijn tegengekomen:

  • Een bedrijfsarts weigerde om onze cliënt hersteld te melden ondanks het feit dat onze cliënt al geruime tijd weer volledig aan het werk was in zijn eigen functie.
  • Een andere bedrijfsarts weigerde keer op keer om zijn adviezen door te sturen naar onze cliënt waardoor deze in het duister tastte over hoe de bedrijfsarts zijn klachten beoordeelde en wat er van hem werd verwacht qua re-integratieactiviteiten.
  • De bedrijfsarts stelde dat het overlijden van het kind van onze cliënte al een tijd geleden was en cliënte daarom geen psychische klachten kon claimen. Zowel de inhoud van deze boodschap als de botte en ongevoelige wijze waarop de bedrijfsarts dit bracht werd door onze cliënte als zeer kwetsend ervaren.
  • Regelmatig komen we tegen dat bedrijfsartsen weigeren om informatie bij de behandelaars van de werknemer (zoals bijvoorbeeld een psycholoog of een specialist) op te vragen.

In dit soort situaties kun je een klacht indienen bij de arbo dienst waar de bedrijfsarts voor werkt. In de Arbowet is vastgelegd dat iedere bedrijfsarts of arbodienst een duidelijke werkwijze of procedure moet hebben die beschrijft hoe en waar de werknemer eventuele klachten over de dienstverlening door de bedrijfsarts kan indienen. Artikel 14 lid 2 sub h Arbowet : de bedrijfsarts heeft een adequate procedure voor het afwikkelen van klachten;
Doorgaans is dit op de website van de arbodienst of bedrijfsarts te vinden. Bij een zelfstandig werkende bedrijfsarts is het lastig om een klacht in te dienen. De bedrijfsarts moet dan immers zijn eigen gedrag beoordelen. Je hebt in ieder geval niet snel het idee dat hier wat mee gaat gebeuren. In dat geval kun je de situatie bij je werkgever melden want hij is verantwoordelijk voor de inzet van deskundigen en daarmee ook voor hun werkwijze. Ook kun je een melding doen bij de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.

Als het indienen van een klacht bij de arbodienst niet tot een verbetering van de situatie heeft geleid, kun je een klacht indienen bij het (Regionaal) Medisch Tuchtcollege. https://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/ik-heb-een-klacht Daarmee start je dus een gerechtelijke procedure. Hiertoe vul je een klaagschrift in. Het Tuchtcollege oordeelt alleen over schendingen van de tuchtnormen. Informeer dus goed van te voren of jouw klacht onder het tuchtrecht valt voordat je je klacht indient. Je kunt je hierin kosteloos laten bijstaan door een klachtfunctionaris. De tuchtklachtfunctionaris is er voor mensen die een klacht over een zorgverlener willen indienen bij een Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De tuchtklachtfunctionaris helpt bij de formulering en onderbouwing van de tuchtklacht. Daarnaast kan de tuchtklachtfunctionaris advies geven of de klacht tegen de juiste persoon gericht is of op de juiste plaats is bij een tuchtcollege.https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/organisatie/organogram/diensten-en-instellingen/tuchtklachtfunctionaris

Het Tuchtcollege kan aan de bedrijfsarts de volgende sancties opleggen:

  • waarschuwing
  • berisping (eigenlijk een ernstige waarschuwing)
  • geldboete (van maximaal 4.500 euro)
  • tijdelijk of permanent verbod om zijn beroep nog uit te oefenen

Van de gang naar het Tuchtcollege gaat waarschijnlijk de meest afschrikwekkende werking uit gezien deze sancties en het feit dat het een echte rechterlijke procedure betreft. Het Medisch Tuchtcollege kan overigens enkel een sanctie aan de arts opleggen, het kan geen schadevergoeding aan de klager (in dit geval de werknemer) toekennen. Hiervoor zul je je tot de burgerlijk rechter moeten wenden.

Wie betaald, bepaald?

Ondanks het feit dat een bedrijfsarts onafhankelijk moet zijn, wordt zijn rekening vergoed door de werkgever. Helaas blijkt dan ook dat de bedrijfsarts zich soms teveel op de belangen van de werkgever richt. Het is vaak teveel gevraagd van een werknemer om hier zelf op een verstandige en effectieve wijze op te reageren. Vooral ook omdat de werknemer juist door zijn gezondheidsklachten extra kwetsbaar is. Mensen leggen zich er dan ook bij neer en gaan weer aan het werk waardoor de klachten op de lange termijn alleen maar verergeren. Als ze tegen het advies van de bedrijfsarts in, niet aan het werk gaan, zal de werkgever in de meeste gevallen de loonbetaling stopzetten. Geen van beide zijn aantrekkelijke opties. De werknemer zal dus in actie moeten komen, hoe lastig dit ook is. Schakel hierbij vooral bijstand bij in en laat je voorlichten. Wij adviseren u in ieder geval graag en ook kunnen wij helpen bij de communicatie naar uw werkgever, de bedrijfsarts en UWV.